Het beste uitzicht is klein leedvermaak
De eerste wandeling volledig op Brabantse bodem en Brabant gaan we voorlopig ook niet meer verlaten met onze wandelingen.
De afstand tussen Utrecht en het beginpunt wordt weer groter. In het begin van ons wandelavontuur was het natuurlijk een flink eind aanrijden (naar Noordoost-Friesland bijvoorbeeld), maar inmiddels waren we verwend dat we al een flinke tijd minder dan een uur vanaf huis hoefden te reizen om onze wandeletappe te bereiken. We rijden naar Steenbergen, wat ruim een uur reizen is vanuit Utrecht. Daar parkeren we de auto bij een sportcomplex met voldoende parkeerplaatsen en ook daar staat de taxi al op ons te wachten die ons naar Willemstad brengt. De start van de wandeling bevindt zich letterlijk voor de deur van een sport- en outdoorwinkel waar we nog even naar binnen gaan. Ron kon zijn muts niet vinden en met een sterke wind is het al gauw goed koud op z’n kale koppie. We kopen beiden een comfortabele muts die heerlijke de oren warm houdt tijdens de wandeling. De uitbater van de winkel adviseert ons nog om Fort Sabina te bezoeken. Die route is volgens hem mooier dan de route die ik hem laat zien die wij gaan lopen. Zijn route is korter en gaat over de onverharde dijk. Precies dát is waar we afgelopen tijd al flink genoeg van hebben. Dus we kiezen gewoon voor onze eigen langere maar verharde route en bedanken hem voor zijn advies. Hierna gaan we snel van start, al hebben we alle tijd. We beginnen om 11:00 en met 32 kilometer gaan we dus ruim in het licht weer finishen.
We zien het vestingplaatsje Willemstad nu voor het eerst in het daglicht en volgen de vesting en lopen over bijna alle bastions. Tot aan Dinteloord lopen we over relatief smalle wegen die we vaak moeten delen met auto’s. Gelukkig zijn de wegen niet druk en hebben we hier geen last van. We krijgen hier en daar een klein buitje over ons heen, maar dit mag de naam eigenlijk niet hebben. Of zijn we gewoon slechter gewend?
Al na 12 kilometer komen we aan in Dinteloord waar we lunchen in een eetcafé waar een aantal cafégasten al goed in de olie zitten. West-Brabant is qua landschap wel écht anders dan de rest van Brabant, maar het heeft in ieder geval één ding wel gemeen: de mensen. Zit er een drankje in, dan gaat het volume omhoog en maakt de combinatie “Brabantse tongval” en “dubbele tong” de verstaanbaarheid niet beter. Twee biertjes, een broodje en een punt appeltaart later is er weer genoeg energie om de resterende 20 kilometer van de wandeling te doen.
Direct na Dinteloord zien we de opvallende kerk van Steenbergen al. Deze kerktoren zal ons in de komende 20 kilometer plagen, want we lopen er omheen en komen niet dichterbij. De finishplaats Steenbergen ligt namelijk ten zuiden van ons op dat moment en wij lopen vanaf hier vooral naar het westen. Via lange, smalle, verharde maar rustige dijkwegen lopen we langs natuurgebied de ‘Dintelse Gorzen’ op de Steenbergse Vliet af. Dit buitendijkse stukje zou wel eens onder water kunnen staan. Vanaf de dijk kunnen we inderdaad zien dat het poldertje waar we doorheen moeten lopen flink modderig is, dus we besluiten niet van de dijk af te gaan, maar om dit gebied heen te lopen. Het gaat maar om een beperkte afstand, dus we missen er weinig aan.
We steken de Steenbergse Vliet over via de Benedensas (“Sas” betekent “sluis”, red.). Over deze sluis zit en zelfbedieningsbrug die maar eens in de vijftien minuten voor voetgangers toegankelijk is.
De brug is eigenlijk een rijdende plank over een rails die in beweging komt wanneer er op de knop wordt gedrukt. Ik druk op de knop en het beeldscherm geeft aan dat de brug over een paar minuten in beweging komt, zodat de oversteek gemaakt kan worden.
Het brugdeel komt inderdaad in beweging en wordt over de Steenbergse Vliet heengereden. We hebben volgens het bord nu 5 minuten de tijd om de oversteek te maken. Dat is meer dan ruim voldoende. Achter ons loopt echter een groep oudere dames en heren die nogal de tijd nemen.
Aan de andere kan van de brug staat een hele hoge trap die naar niets lijdt, maar dat functioneert als uitkijkpunt over het natuurgebied. Ron en ik lopen naar boven en kijken over de uitgestrekte polders en over de zeearm ‘Het Volkerak’.
Wat nog het allerleukste uitzicht is, is dat de brug achter ons zich automatisch sluit, vlakvoor dat de groep ouderen er overheen kan. Zij moeten dus een kwartier wachten voordat ze weer de brug over kunnen. (Klein) leedvermaak is het leukste vermaak.
Dit uitzichtpunt markeert voor Ron en mij direct ook het meest westelijk punt van ons wandelavontuur. Vanaf hier gaan we niet meer westelijker en maken we de draai richting het (zuid)oosten. En dat begint direct, want vanaf dit punt lopen we niet meer om Steenbergen heen, maar er recht op af. Over de onverharde dijk langs de Steenbergse Vliet, welke overigens niet modderig maar goed begaanbaar is, lopen we 8 kilometer later Steenbergen in.
Ron is inmiddels al ruim een week succesvol ingeschreven voor zijn deelname aan de Nijmeegse 4daagse. Voor mij wordt het een stuk spannender. 4 maart mag ik me inschrijven, maar er is nog maar een beperkt aantal startbewijzen beschikbaar. Ik heb jullie dus allemaal nodig om te duimen, de vingers te kruisen en te hopen dat mijn inschrijving ook gaat lukken. Het is echt een nachtmerrie als al deze moeite van afgelopen maanden voor niets is geweest.
De komende twee weekenden zijn zonder wandelingen. 16 maart is de volgende wandeling. Dat is het laatste stuk van het Floris V pad en direct het eerste stuk van ons Grenslandpad. Behalve het eerste stuk Grenslandpad, is die wandeling ook de eerste wandeling waarin ik weet of ik wél of niet mee kan doen aan de Nijmeegse 4daagse van 2024. Alles is afhankelijk van die inschrijving. Hope for the best 🤞🤞.
Onder de foto’s kun je een reactie geven
















