Zoals je inmiddels niet zult zijn ontgaan, gaan onze wandelingen op dit moment over het grensgebied tussen België en Nederland. Een soms merkwaardig lijnenspel van door de geschiedenis bepaalde grenscontouren. Dat dit soms tot idiote situaties kan leiden wordt ons maar al te duidelijk tijdens onze wandeling.
We beginnen onze zaterdag voor dag en dauw. Om half zes sommeert de wekker ons uit bed en nog in het donker rijden we vanuit Leiden naar de beoogde eindbestemming van zondag: Hooge Mierde. Een klein plaatsje op de grens met België, twintig kilometer ten zuiden van Tilburg. We moeten daar om acht uur zijn om de bus te kunnen halen.
Elke keer is het weer een logistieke uitdaging om vervoer te organiseren voor het traject “eindpunt naar beginpunt”. Veel hebben we al gedaan. Met fietsen, liftend, het inschakelen van vrienden en familie, taxi’s, buurtbussen en ander OV. Maar deze reis spant de kroon wat betreft de duur. Met een bus naar Tilburg, een trein tussen Tilburg en Breda, en een bus naar onze startplaats in Rijsbergen. In totaal twee uur openbaar vervoer. Inclusief de aanrijtijd met de auto in totaal dus drie-en-half uur. De langste reistijd ooit voor een wandeling.
Gelukkig hebben hier rekening mee gehouden en kunnen we onze lange etappe naar Baarle-Nassau op tijd beginnen. De wachttijden op de stations kunnen mooi worden benut voor het inslaan van proviand en drinken. Met de ruim veertig kilometer zijn er in het grensgebied niet veel potentiële pauzeplekken. We proberen vaak een grote pauze in het midden van de etappe te plannen, maar het eten en drinken voor de andere pauzeplekken hebben we vaak bij ons.
Met een uitpuilende rugzak met proviand maar ook de spullen voor de overnachting in Baarle-Nassau en alle reservekleding voor onderweg gaan we op pad. Waar we twee weken geleden gestopt waren in Rijsbergen stappen we uit de bus. De weersvoorspellingen zijn subliem. Zomerse temperaturen en zon. In de korte broek en goed gemutst gaan we op stap richting de grens en al snel doemt de eerste grenspaal op.
In totaal staan er 400 gietijzeren grenspalen tussen Nederland en België. Elke paal heeft zijn eigen nummer en we komen hier als eerste paal nummer 219 tegen. De palen hebben afbeeldingen van de Belgische en Nederlandse leeuw. Verder staat er op de paal het jaartal 1843. We verbazen ons over dit jaartal. Tenslotte heeft België zich onafhankelijk verklaard in 1830. Het blijkt echter dat dertien jaar later pas de grens werd vastgesteld. Na een mislukte veldtocht van Willem I, een wapenstilstand en het Vredesverdrag in Londen. Daarom staat dit jaartal op de grenspalen. Paal 219 staat in de voortuin van een huis in Meersel-Dreef. Thomas weet een feitje hierover te vertellen. Het blijkt het meest noordelijke puntje van België te zijn. Een kroeguitbater in het dorp benoemt dit met een bord op zijn gevel. Je kunt daar het meest noordelijke pintje drinken in de meest noordelijke kroeg. Daarna volgt nog grenspaal 218 en onderweg komen we nog vele grenspalen tegen.
Vlak na de grenspalen komen we al bij onze pauzeplek. Eigenlijk veel te vroeg in de route maar het is tenslotte al lunchtijd en met de vroege start van vandaag lusten we al wel wat. In Strijbeek laten we ons op het zonnige terras verzorgen met een twaalf uurtje en een uitsmijter. We kunnen er weer even tegenaan. En hoe. We komen door landgoederen en natuurgebieden. Strijbeekse Heide, Luchtenburg, Valkenberg, Prinsenbos, Chaamse bossen. Slingerende bospaadjes, een afwisselend schouwspel van bos, heidevelden, en indrukwekkende vennen en beken. Maar ook hier blijkt de overvloedige regenval van de laatste maanden voor veel ondergelopen paden en blubber te hebben gezorgd. We springen van droog plekje naar droog plekje. Met takken zijn er doorwaadbare plaatsen gemaakt. Soms moeten we het pad verlaten om dwars door het struikgewas een ander en droger pad te bereiken. Het lijkt soms meer op een survivaltocht dan een relaxte lange wandeling. Het is dan ook veel zwaarder lopen dan op verharde paden en wegen, vooral ook omdat we een zware rugzak bij ons hebben. We wisselen deze dan ook regelmatig onderling af.
Ter hoogte van Alphen (niet te verwarren met Alphen aan den Rijn) lopen we over één van de vele onverharde wegen richting het Bels lijntje. We zien deze al in het landschap lopen want het is een overblijfsel van de spoorlijn Tilburg – Turnhout en deze ligt op een verhoging. Het is sinds 1990 een fietspad tussen Alphen en Baarle-Nassau. Het spoorlijntje heeft dienst gedaan tussen 1867 en 1982. Lopen op het fietspad is welkom na al het geblubber en geglij. En zo lopen we in de avondschemering het plaatsje Baarle-Nassau binnen.
Baarle-Nassau is een heel raar plaatsje. Het ligt niet exact op de Belgisch-Nederlandse grens en toch is het een groot lappendeken van Belgisch en Nederlands grondgebied. Het Nederlands gedeelte heet Baarle-Nassau en het Belgische gedeelte heet Baarle-Hertog. Samen is het Baarle. Er liggen 22 stukje België in Nederland (exclaves) en 8 stukjes Nederland in België. Kortom, één grote organisatorische chaos. De grens loopt hier kriskras door wegen, tuinen en huizen.
Deze situatie is ontstaan in de twaalfde eeuw. in de tijd van vele vorstendommen gaven de Hertog van Brabant en de Graaf van Holland stukken land in bruikleen om de macht van elkaar tegen te werken.
Vele eeuwen later is dat dus nog steeds terug te zien en heeft Baarle-Nassau/Hertog bijna de helft van alle enclaves in de wereld.
In de straatinrichting is dit rare samenspel te zien in Belgische en Nederlandse straatnaamborden en verkeersborden. Op de wegen is de grens vaak aangegeven met een B of NL met kruisjes. En zo is het Belgische plaveisel met gaten typisch Belgisch en het daarop volgende Nederlandse wegdek strak en netjes aangelegd. Werkelijk bizar. Thomas met zijn stedenbouwkundige achtergrond valt dan ook van verbazing in verbazing.
We komen uiteindelijk bij ons eindpunt voor vandaag. Hotel en brasserie “den Engel”. Het hotel blijkt in een bruisend centrum te liggen. Er zijn veel mensen op de been. Heerlijk uit eten in de vele restaurants rondom het centrum of in de bar een pintje pakken. Zoveel drukte en vertier hadden we niet verwacht. Wij willen echter maar één ding. Een douche om het stof van ons af te spoelen en de benen hoog leggen. We zijn flink vermoeid na deze etappe. Thomas grapt nog in de kamer met een foto waarin het hotel wordt gesplitst in een Belgisch en Nederlands deel. Ik word verbannen naar België en moet op het randje van het bed liggen. Terwijl 70% van het bed Nederland is en hij daar kan liggen.
Het was een zware maar mooie dag. Kijken hoe het morgen gaat!
Onder de foto’s kun je een reactie geven































