Langs scheepswrakken, onder de hoogspanningskabels
Flevoland, provincie van de grote weidse weilanden, lange kaarsrechte wegen, windmolens en geplande steden en bossen.
Tóch is er in deze nieuwe provincie nog wel wat historie te vinden. De Noordoostpolder viel droog in 1942, de Oostelijke Flevopolder (met Dronten, Swifterbant en Lelystad) in 1957 en de Zuidelijk Flevopolder (met Almere en Zeewolde) in 1968. Vóór die tijd was het IJsselmeer of zelfs Zuiderzee. In de vroege middeleeuwen was er zelfs nog geen Zuiderzee en konden er dus gewoon mensen wonen. Er zijn dus ook archeologische opgravingen gedaan waar skeletten uit de vroege Steentijd werden gevonden. Allemaal historie dat je niet kunt zien en waar wij niet bewust van zijn als we beginnen aan deze 9e etappe van onze Road to Nijmegen.
Deze etappe is een kortere dan normaal: We lopen in 25 kilometer van de dijk van het Ketelmeer bij Nagele (in de Noordoostpolder) naar de carpoolplaats bij Lelystad-Noord. Het is lekker fris, namelijk nét boven het vriespunt, maar door de wind voelt het als -2°C. Brrr.
We volgen de dijk langs het Ketelmeer tot aan de Ketelbrug die in de verte al duidelijk zichtbaar is. De Ketelbrug is de brug in de A6 die de Noordoostpolder met de rest van Flevoland verbindt. Via deze brug lopen we de Flevopolder in. Eenmaal aan de andere kant van het Ketelmeer rammelen onze magen al en zien we een picknicktafel. Een koude lunch met uitzicht over het Ketelmeer, de Ketelbrug en andere andere kant de Noordoostpolder waar je Schokland en Urk in ziet liggen.
Het is veel te koud om lang te lunchen, dus wanneer de broodjes er in zitten gaan we snel door. We lopen door de Kamperhoek, een gepland bos. Flevoland is zó gepland, dat ook de natuurgebieden “gebouwd” zijn.
Na de Kamperhoek loopt de route over lange rechte wegen en paden. Een beetje saai wel, maar dat hadden we van Flevoland verwacht. Behalve de vele vele vele windmolens valt het ons op dat we nu al een aantal keer dezelfde hoogspanningslijn zijn gepasseerd. Bij thuiskomst heb ik het nog eens nageteld: zeven maal.
Wat ook opvalt zijn de wit-blauwe palen, met daarop een feloranje schip (foto hieronder). We zien deze palen nu zo vaak, ook al in de Noordoostpolder, dat we nu nieuwsgierig zijn geworden wat dit is. Na online onderzoek zijn we er achter gekomen dat er heel veel van deze palen in de Provincie Flevoland staan. Overal waar een scheepswrak is ontdekt staan deze “Wrakpalen”. Dit was natuurlijk gewoon de zeebodem van de Zuiderzee! Op het land dat nu Flevoland is zijn 453 scheepswrakken gevonden en veel van deze vindplaatsen zijn aangeduid met een wrakpaal.
Via nog wat verharde en onverharde wegen komen we via een Kabouterbos al vlakbij het einde van deze etappe. In de overgang van schemering en duisternis lopen we onder de A6 door en daar staat de auto al op ons te wachten.
We hebben het tijdens de wandeling een aantal keer besproken. Flevoland is geen inspirerende wandelomgeving. Het zijn de feitjes die het toch nog verrassend maken. Toch kan ik niet wachten tot we over een aantal wandelingen bij de Hollandse brug oversteken naar Muiden. Volgend weekend geen wandeling, die moet een weekje langer wachten. Tot dan!
Onder de foto’s kun je een reactie geven