Ontluikende lente
De laatste keer dat we in Noord-Brabant waren liepen we in onze korte broek. De natuur was nog in zijn winterslaap, maar de temperatuur was zeer aangenaam. Vandaag starten we met andere omstandigheden. De natuur is ontwaakt. De bomen staan in hun mooiste prille groen. De weergoden zijn alleen minder uitbundig. Het is bitter koud en we hopen vandaag de buien te kunnen vermijden. In onze winterkleding en met onze rugzakken op verlaten we ons hotel in Eersel.
Ik was nog nooit in Eersel geweest. Volgens de placemat die op tafel ligt tijdens het ontbijt behoort Eersel tot de acht zaligheden. Acht dorpen in de Kempen die eindigen op “sel”. De acht plaatsen werden zo spottend genoemd door de Nederlandse manschappen die in de Kempen gelegerd waren tijdens de Belgische Opstand (1830-1839).
Voor ons is Eersel met recht een zaligheid en een aller-schattigst plaatsje. Het doet mij ook herinneren aan een vakantievriendinnetje die ik ooit heb gehad. Op vakantie met mijn ouders in de Cote d’Azur werd ik verliefd op een meisje uit Eersel. Allebei waren we twaalf. Ze heette Evelien. Met haar was mijn eerste kus. Ontluikende liefde, alhoewel ik achteraf denkend wellicht meer in haar broer zag.
We lopen vandaag de hele dag door de Kempen, een groot gebied in provincies Antwerpen, Belgisch-Limburg, Nederlands-Limburg en Noord-Brabant. De regio doet zijn naam eer aan. De naam is een verbastering van het Latijnse woord Campina dat ‘open vlakte’ betekent. We lopen dus regelmatig in open weidse vlaktes. Heel anders dan veel van onze vorige wandelingen die zich in het bos afspeelden. Het is een welkome afwisseling, ook omdat de ondergrond minder modderig en nat is. We kunnen goed doorstappen.
Zo af en toe roept Thomas iets onverwachts uit het niets.
“9 km minder dan gister maar nog steeds een tyfusEIND lopen”
Ik weet inmiddels dat ik dan goed om me heen moet kijken. Ik kijk op het straatnaambordje. De straat waar we op lopen heet “Eind”. Een EINDje verderop begint Thomas te roepen dat hij het maar goor vindt. We lopen op de straat met de naam “Goor”. Kortom met de woordgrappen van Thomas wordt het nooit saai onderweg.
We lopen langs de dorpen Riethoven en Westerhoven met een ruime boog ten zuiden om Valkenswaard. We komen in het natuurgebied Malpie. Een populaire wandelbestemming voor mensen uit de buurt. Het is een heidegebied met mooie vennen, de rivier de Dommel en een mooi bosgebied. De zon schijnt en zet alles in de spotlights. We vervolgen onze weg naar abdij de Achelse Kluis. We gaan de hoek om en opeens staan we weer in België. We laten de provincie Noord-Brabant achter ons en staan in de Belgische provincie Limburg. We verlaten België ook niet meer tijdens onze wandeltocht.
De laatste kilometers gaan door het bos. Het is afzien. Na ruim 70 kilometer dit weekend lopen de laatste kilometers stroef. Pijntjes in de voeten, de benen, in de rug. Wat doet er geen pijn? We tellen af. Nog vijf kilometer, nog vier, nog drie, nog twee, nog één.
We komen aan op het stadhuisplein van Hamont. Klokslag zes uur. Het carillon speelt het finishlied. De klokken van de kerk en het stadhuis begroeten ons uitbundig. Op het plein staat onze taxi (mijn man Eric) ons op te wachten. We zijn er! We hebben dit weekend 82 km gewandeld en met recht kunnen we zeggen dat we klaar zijn voor de 4Daagse. We zijn goed voorbereid. Daar is niets ontluikends meer aan.
Onder de foto’s kun je een reactie geven